van alle wegen af, de duinen in, puntig bijvoorbeeld, of stomp een keer maar nooit er ergens, zelfs niet amper, doorheen. stug zand. striemen van helm. maar
zee dan, ziedende zon ploegt met godmachtige gloed een dieprode schittering. elk oog kijkt rechtdoor het oog in maar zie nu dit ijslicht
plots lumieren door de kronkels van getallen, de straal straalt onbekende radialen van ster tot ster, totale vertaling in tellen
van het zich aandienende naar het onbestaande, van de verpulverde beenderen naar de ontvreemde urne. ja
dat ik haar kende, beken ik die in haar geklemd in het zwart van de kennis keek en tijdloos
haar lichaam valt mijn vingers uit en zinkt het vormeloze in. elke zucht verwijdert beelden en verdaagt geluid. haar hals is vaas, een waas van licht, ik durf
de ogen niet te sluiten. er is koude die niet wijken wil. kale takken tikken op het raam. de frigo slaat aan, dat ademruisen hoort hier niet, dat krijsen was geen trein.
verbolgen draait de aarde dol met mij, haar bergen willen van ons af van snot, haar zeeën walgen wee van koortsdelier, de geile zon
doet stiekem teken naar de maan: geheel de naam van god mag worden uitgesproken, drijf al wat kruipt maar voort met vloek en stok.
haat doorboort. haat bakt. niets ontsnapt. een barbecue op het strand is altijd een succes
op het rooster is de offerande hard en zwaar en heet aan je vingers, de breinaald peilt en prikt, je liet mij rijgen aan een spit, je haalde draden aan en bond
mijn hals toe en mijn anus. nu kan je pronken. mijn vel is goud en knisperig, voorwerp van bewondering. in mijn leegte kookt verlangen vet, in mijn navel pruttelt het. verheerlijking.
voor ieder wat. alleen dat ene deel, dat wil je niet.
een meeuw spreidt hoog zijn wieken uit en krijst: één is het ware, het weten dat alles alles met eenvoud bestiert.
eerste links, tweede rechts en dan een kuiltje graven
er komt paarse damp uit de hamvraag
een geruststellende nederlaag met het oor op de grond
zij wil dat het toeval een geleedpotige is
het begin is nog niet in zicht
het vermoeden versterkt de zekerheid, zonder dewelke er geen vermoeden zou zijn geweest
Hooft was een pottenbakker
de gewassen groeien beter op het kerkhof
de zon heeft een grotere harde schijf
als je bij volle maan tegen een muur plast, maak je de maan blij
vernietigingswapens spreken zichzelf tegen
je kan geen twee keer in dezelfde hondenpoep stappen
er hangt iets aan je onderbuik, maar als je kijkt is het weg
als ik mijn nachtlamp doof, is het buiten donker
de vervanger vervangt eerst zichzelf en dan pas de andere
de boel staat op stelten, we kunnen er niet meer aan
ik ging buiten
nooit leefde er ergens een zanger zonder deze haast
we moeten sterven om te kunnen leven en we maken kinderen om te kunnen sterven
snel, het einde is net vertrokken
het is voor dichters niet zo goed om gelezen te worden
de avond stijgt uit de verzuchtingen van een cactus
warme chocomelk met honing is beter dan koude
zij die blind geboren worden begrijpen beter wat begrijpen is
schenk me je hart en je krijgt mijn tanden
de taal is een luchtballon zonder zandzakjes
de zon brandt het felst in een diamant
het kleine maakt het grote kleiner dan zichzelf en grijpt dan naar het immense
de vogels vertalen ons gebazel voor de wind en de zon
twee plus drie is twee plus drie
het gebeuren is voortgang van energie met de tijd als dissipatief vermogen
de zang vernietigt het denken, de lichamen draaien als door zichzelf bekeken
de herhaling herhaalt enkel zichzelf
de muziek verzet zich tegen de stilte die ze zelf creëert
de regen valt en valt niet
voor elke levende zijn er evenveel doden als er levenden zijn
de adem [is zichtbaar] in koude, de geest in het vuur
de vrouw vrijt met de man in zich, de man met de vrouw, tot ze één worden in het niets
sinaasappelen zijn het enige fruit [ het andere is afgeleid of cake]
zuiverheid is de stilte van het oog, stilte de focus van het oor, lucht het water van de neus, water de smaak van de dood
van alle woorden is het licht wellicht het snelste
lopend ken je de vermoeidheid, rustend het lopen
als de verhalen beginnen te stinken, moet je de stofzuigerzak verversen
als je een kokosnoot wil verklaren, moet je hem doormidden hakken
we zien wat we willen zien, maar willen niet wat we zien. we willen wat we zien, maar zien niet wat we willen.
je moet er in roeren, anders proef je de honing niet
de herhaling herhaalt alleen zichzelf.
als je de drek niet ruiken kan, ontgaat je ook de geur van de fajalobi
een boom is een boom als een boom een boom wordt (en niet een badeend). Vervolgens wordt de boom een boom. Daphne & Apollo zijn in afwachting alvast maar getrouwd, gescheiden en hebben volgens de media nog steeds een ‘intieme relatie’
als je meegaat, ben je meegaand; als je niet meegaat, ben je tendentieus
zij die het geluk zoeken kennen het meeste spreuken over het geluk
vrouwen moet je ruiken, mannen proeven
het heelal deint uit tot het ontploft
een steen moet geen seconde nadenken om de wijsheid te bereiken
van de instortende gangen. een rookpluim siert de heuvel (het gevederde hoofd), dwarsbalken branden, een hand tekent een M in het roet en valt stil. ‘kom, de zee wacht op ons.’
(de nacht deint op de nachten in haar ogen, er zitten vele werelden in, haar ranke lichaam is een doorsnede, kaart van het Al, versie 2).
slaat over in brullen, schreeuwen, snikken. pal boven zijn hoofd, op het einde van de hellende straat, staat de maan, schildert hem af, zwart op de keien, hobbelende neergang, een duwtje
volstond. briefjes van 50 wapperen weg. de kraaien. dode arbeid, de geur van urine. hoe grootser nu je sterven, hoe groter toen je aandeel was. de tijd
is de eenheid van plaats en handeling, meet het onvermogen. haar vuur brandt in je vingers.
je ziet een vogel falen die de luchten scheiden wou. je ogen zijn te traag, op het beeld gaat het sneller. de soep staat te dampen op de tafel, de eters lachen maar er is geen stoel voor jou. de klinkers u en a verdunnen tot o en au. de k en de m verbinden zich tot kom en kam nu eens je haar. onechte echo draait de woorden weg en uit elkaar. er is brand. je stampt de deuren in van brandende huizen. je spuit de nacht vol met bloed en donkergele gal.
je ziet er niet uit. je zegt ‘verontschuldig mij’. je buigt voorover, dichter bij de tekst. je grijpt de lezer bij de haren, drukt haar met de neus op het scherm. je sist haar toe: zonder de zon is het ook voor alle andere sterren nacht.
Je voelt de warmte binnen komen, zich verspreiden, eerst in je buik en dan op je rug, je huid.
Tonnen springstof razen in containers over de autosnelweg. Op de middenberm staat een stekelhaag. Heel erg luid roept het meisje in de blauwe bikini dat ze haar teen aan een kei stootte. Schimmen van oude mensen knisperen kwaad achter het behang. Ze willen er niet te veel van zien.
Er hing een druppel aan haar neus, ik zei het en ze lachte. België voldoet hiermee niet aan de Europese richtlijnen. Ik hoor haar zingen dat een roos een roos is (roos is). De bliksem bestuurt dit alles als een roer.
er. ik streel jou omdat je er zelf niet bij kan hoe mooi je bent. ik ruk je de kleren van het lijf omdat ze jou niet dragen. jij bent in droge kurk
mijn kathedraal. bezet val ik je binnen als een woeste zon, de stoelen verschroeien ogenblikkelijk. ik hef jouw naam aan daar, jij bent het altaar tijd aldaar, haar
van jou in mij, degradatie van het licht in duisternis. ik lees je lichaam eerst als open boek, je bloedt een vonk van rode inkt en brandt volledig uit. ik heb je dan gehad.
er is wierook, zang en mist. de winter verhardt er de dagen onder een dode zon. orgel gorgel ik en spuw de profetieën uit. het is er voorbij. schaarste heerst.
de gevangenen zitten gevangen in de gevangenis de vermoorden liggen stil als vermoord de hongerigen lijden honger daar zij dàt toch hebben de daklozen slapen eten plassen en kakken zonder dak de verminkten strompelen en klungelen veel de armen wekken de ergernis van de rijken de rijken draaien bij het zien van de armen de hoofden
om en om en
de priesters verkondigen luide dat de priesters heilig zijn de journalisten vullen nieuws in waar het oud werd de dansers dansen dans tot diep in de nacht de dichters dichten dichters eer en glorie toe
de zwijgers zwijgen want als het stil is
komt de storm.
dv 2018 – ‘inept for writing: o’ – ink/bister -A4
HET is de prequel op LAIS, de Geschiedenis van een Verwording
[SCENE: de eerste dood van Izeganz personages: – Izeganz, illuster zanger die minstens 1 keer per dag sterft – Reva, een schone furie, zijn onbereikbare geliefde – Mijnheer T., een anonieme verteller]
[een plank op de grond, een tang, een hamer & een roestige nagel. de verteller wil er niets mee te maken hebben en sluipt weg op kousenvoeten]
REVA:
[roept woedend de verteller na] ” Moet ik het weer allemaal zelf doen ja?
(richt zich tot het publiek) mensen, voor mij staat Izeganz met een bloedend gat in zijn hand, bevend. wanneer hij begint te spreken verstillen zelfs de kraaien buiten. in de kamer verdwijnt elke beweging, we zijn Er en de stilstaande as van de tijd biedt enkel plaats voor de klank van zijn stem."
IZEGANZ:
“ik sta zot van u Maaike, gij zijt een groot zwart gat in het oneindige veld van mijn gedachten, gij sleurt mij de letters als vislijnen uit de mond, de weerhaken verscheuren mijn slokdarm, ik braak lieftallig bloedende troetelnaampjes uit de drek mijn dromen, ik wil ze niet zeggen, niet zo besmeurd, maar ze rommelen en bruisen geil en botsen met weerzin in mij want mijn maag niet mijn keel niet mijn tong niet niets van mij is hun tintelende klinken waard
en ze moeten eruit en zij zingen want gij zijt zo schoon Maaike uw lijf is het licht van een lamp en ik vlieg naar u als een zwerm motten want in uw schoot worden de sterren geboren in uw ogen versmelten het wit van de maan met het rood van de zon en in dat kolken slijmt ook zelfs de harde korrel van mijn ziel tot een groenige parel aan en zie mij hier:
verworden tot een veelarmige krab met het vlees als een giftige worm in de kilte van mijn schalen en ik scharrel maar wat rond op de bodem van stinkende putten ik schuifel ik tjaffel ik val om van verdriet en colère
en het deksel van de put wordt gelicht en ik besef het en de zee van uw liefde overspoelt mij en vol dankbaarheid roep ik uw naam Maaike Maaike Maaika Michaela Maria en in uw licht word ik licht en...”
[Izeganz flikkert op in een solferflits, een zwarte rookpluim rest]
REVA: (plechtig tot de rookpluim) "uw getal kere weer naar de rust van de onbenoemde getallen.
[tot het publiek] dat was dat. de vele papieren van zijn geschriften besmeur ik met honing ’s ochtends met honing en ’s avonds eet ik ze op, zonder haast maar gestaag want elke maand is er een nieuwe.
de rij stervende Izeganzen is eindeloos maar ik hou het vol door enkel aan de volgende te denken, te genieten al van het opspringende hart bij de herkenning, de vreugde die als een bliksem zal oplichten in de eindeloze nacht van hun wanhopige ogen… [kijkt om alsof ze iemand iets hoort zeggen]
(kwaad) ja, iemand moet er voor de kinderen zorgen, toch?"
[pas hier dagelijks uw toekomstvisie aan aan de nieuwe data]
de huizen staan onbetaalbaar leeg in nette rijen de straten slibben dicht met autowrakken de killer drones stijgen op bij nacht en naderen onzichtbaar voor de radar de muzikanten werden verleden jaar al gedeletet
het water stijgt.
ondraaglijke droefheid heeft een grens maar die bereik je nooit de euthanasiekliniek is dag en nacht open, er is er een in elke gemeente iedereen vergeet alles, reken nooit op vriendschap, je bent een melaats de sociale netwerkprogramma’s waren perfect voor de voorbereiding: identificeren, isoleren, liquideren het spontane verzet van ongeorganiseerde ‘criminelen’ is het ideale excuus voor genadeloze repressie
het water stijgt.
maak jezelf niets wijs, ook jij bent volstrekt overbodig, het is een kwestie van tijd, van wij of jullie. jullie zijn met te veel, wij willen te veel, jullie verliezen. zie het als een zondvloed, maar gecontroleerd dan (god was een knoeier)
de zon is daar, ik zie het niet. nochtans deze ogen zijn trouwe, weerstandsloze gaten, deze handen grijpen slaafs de houten handvaten tijdens de elektrocutiesessies, deze koude vingers roeren met geduld en precisie de stilte om tot betaalbare stilte.
er is nog vaag zichtbaar een vlek daar waar ik in haar drong.
de schaduwen jagen op mij, ja, de nacht zingt elke nacht dat iedereen weldra van mij verlost zal zijn, de dageraad zal een dolk zijn
die de laatste rafels snijdt, mij terug geeft aan het niets. ik plof neer en ik vloei al weg, de schimmel ik gaat de weg op van al het stof. dat zwarte gat
is geen portal maar een universeel toilet baby, sure, spoel maar door.
2. doe alsof je gezond bent
de sterren vertellen een verhaal. de zee murmelt mee. de maan haat mannen. ik wou ook nog iets
zeggen, maar verhip de sessie is alweer gedaan.
3. klaag de dokter aan
de letters staan klaar, netjes op een rij. maak je keuze, vrij
van mij. elke zin is slechts een plaats waar bloed verhardde tot tekens die je uit je haren
pulken kan. pluk er een dag uit, maak er een ‘mea culpa’ van, een pens, gebruik een vloek, een pan, de microgolf, het mag, het kan,
de zon zonk. ik zie de rook rondom en voel het vuur. mijn lippen bloeden leeg, mijn stille hart verzuurt. stormen storten woedend in tot wind. ik flakker aan en uit en aan en weg. het licht is weg. zwart stof drijft
alles aan. wrijf mij nog ’s door de ogen. dit boek is niet van steen, je prikt er zo doorheen en laag na laag van wat beschreven staat, vervalt in ritselingen grijs en grauw naar witte ruis. mijn vloek verjaagt mij van
het scherm. ik had jouw hand in vuur bewaard, in vlam jouw warme lijf, in laaien en in lust jouw huid, haarden die ik met mijn radeloze rouw verstoor. het vuur bevroor,
het beeld verdween. straks, gelukkig, komt de sneeuw, dan ziet mij niemand nog, dat is de schaamte weg, dan zink ook ik het ruisen in. genadige dooi tot slot lost ook mijn leegte op.
Als steun aan de Neue Kathedrale des erotischen Elends en mijn ‘afhankelijke’ schrijverij kan je het ‘afval’ van deze prenten kopen (de originelen): tenzij anders vermeld is dat aan afvalprijs ofte ‘Brolprijs’. Brolwordt verkocht per oppervlakte papier. De huidige Brolprijs is vastgelegd op €5 per A6 dus een A5=€10 , een A4=€20, een A3=€40.
Verzending is gratis vanaf een bestelling van €20 naar adressen in Nederland, Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg.
Bestellen via dirkvekemans@yahoo.com. Kopieer en plak best de links naar de prenten hier in uw mail. Vergeet uw verzendadres niet te vermelden. Betalen kan via bankoverschrijving naar IBAN BE22 7340 2968 5847 op mijn naam of via Paypal op dirkvekemans@yahoo.com.
opgekropte tranen barsten uit de droogte in het verwelkende hoofd zwelt de mondholte een vette kikker met purperen brulwoorden woelhanden verscheuren duister verdriet stompe bijlen treurnis hakken gestaag de lagen adem uit een lijf dat stil wil liggen rot omarmen
[2]
een vinger die haar lippen met genot ontroerden wijst: het bot steekt slijmerig uit het nicotinerot wreed en zoet de teugen snoeren hem de mond vullen doorslikken vullen doorslikken keer na keer als hij alles denkt gehad te hebben komt zij terug met streling, wimpers vol herinnering
‘de varkensblaas staat stram, je bent mooi, de haren wapperen krols uit je zwarte nek ‘
corps-porcs
berichten eindigen bij het verzenden. stof. niets ervan komt aan. hier, hij walgt van haar. zij is een het. zij is het waard. stomp. pons. fronsfaçade. poes. soep. haar gruwelijke pose.
fruit. zij giet haar zuur in groene kool. er sluimert iets, de tijd is bijna daar. aai. je kan wel vernielen wat je zelf hebt gemaakt maar daarmee verdwijnt het niet. tiens,
dv 2018 – “inept for writing – d” – ink/bister – A4
Als steun aan de Neue Kathedrale des erotischen Elends en mijn ‘afhankelijke’ schrijverij kan je het ‘afval’ van deze prenten kopen (de originele Brol): tenzij anders vermeld is dat aan afvalprijs ofte ‘Brolprijs’. Brolwordt verkocht per oppervlakte papier. De huidige Brolprijs is per Kathedraals decreet vastgelegd op €5 per A6 dus een A5=€10 , een A4=€20, een A3=€40.
Verzending is gratis vanaf een bestelling van €20 naar adressen in Nederland, Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg.
Bestellen via dirkvekemans@yahoo.com. Kopieer en plak best de links naar de prenten hier in uw mail. Vergeet uw verzendadres niet te vermelden. Betalen kan via bankoverschrijving naar IBAN BE22 7340 2968 5847 op mijn naam of via Paypal op dirkvekemans@yahoo.com.
de nacht is een boze godin de nacht versleutelt haar zwart tot letters de nacht krast op het glas
de letters worden gulzige gloeipriemen tastend naar sisgaten, schroeischeuren in een dicht veld van doorligwonden
de aarde bronst, de talloze lijken fikken op de graslanden liggen bezaaid met sintels
‘hé jij daar, leg nog ‘s een lijfje op het vuur’ (knars je tanden, vloek, maar doe het in de maat)
2.
Anke neemt plichtbewust haar rechterknie in de linkerhand en lacht haar naakte rug schittert in de zon. ‘neen, doe geen moeite, jouw leugens zijn voor haar het zoemen van een vlieg.’
pets.
verschrijf mij dan, zegt ze, doe ’s wat beter je best.
er hangt dauw op haar onderlip, alsof ze ook iets anders zeggen wou.
[bits] ‘je hebt enkel te lezen wat zij je zeggen wou. de ogen ogen duidelijk, toch? wil je ze blauw?’
er wappert een zijden sjaaltje rond haar nek, dus neen, oef: dit is niet echt.
3.
de oproep om te genieten is in het genot vergaan. streel haar arm alsof er een arm was, kus haar lippen alsof de wereld een mond had.
neem haar, want dit is jouw lichaam.
zucht. vertaal het. verzin wat. doe iets.
te laat. in november is de dag maar een zucht van de zon in de nacht.
Als steun aan de Neue Kathedrale des erotischen Elends en mijn ‘afhankelijke’ schrijverij kan je het ‘afval’ van deze prenten kopen (de originelen): tenzij anders vermeld is dat aan afvalprijs ofte ‘Brolprijs’. Brolwordt verkocht per oppervlakte papier. De huidige Brolprijs is vastgelegd op €5 per A6 dus een A5=€10 , een A4=€20, een A3=€40.
Verzending is gratis vanaf een bestelling van €20 naar adressen in Nederland, Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg.
Bestellen via dirkvekemans@yahoo.com. Kopieer en plak best de links naar de prenten hier in uw mail. Vergeet uw verzendadres niet te vermelden. Betalen kan via bankoverschrijving naar IBAN BE22 7340 2968 5847 op mijn naam of via Paypal op dirkvekemans@yahoo.com.
zwem anna zwem
zoals een meeuw door luchten zeilt.
zwem anna zwem
zoals een dooier door mijn vingers glijdt.
zwem anna zwem
ik schrijf de zege in jouw lijf.
zwem anna zwem
ik breek de wetten van de tijd:
als straks jouw hand het droge raakt,
van nu versnel dan nog jouw vaart.
Als steun aan de Neue Kathedrale des erotischen Elends en mijn ‘afhankelijke’ schrijverij kan je het ‘afval’ van deze prenten kopen (de originelen): tenzij anders vermeld is dat aan afvalprijs ofte ‘Brolprijs’. Brolwordt verkocht per oppervlakte papier. De huidige Brolprijs is vastgelegd op €5 per A6 dus een A5=€10 , een A4=€20, een A3=€40.
Verzending is gratis vanaf een bestelling van €20 naar adressen in Nederland, Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg.
Bestellen via dirkvekemans@yahoo.com. Kopieer en plak best de links naar de prenten hier in uw mail. Vergeet uw verzendadres niet te vermelden. Betalen kan via bankoverschrijving naar IBAN BE22 7340 2968 5847 op mijn naam of via Paypal op dirkvekemans@yahoo.com.
Als steun aan de Neue Kathedrale des erotischen Elends en mijn ‘afhankelijke’ schrijverij kan je het ‘afval’ van deze prenten kopen (de originelen): tenzij anders vermeld is dat aan afvalprijs ofte ‘Brolprijs’. Brolwordt verkocht per oppervlakte papier. De huidige Brolprijs is vastgelegd op €5 per A6 dus een A5=€10 , een A4=€20, een A3=€40.
Verzending is gratis vanaf een bestelling van €20 naar adressen in Nederland, Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg.
Bestellen via dirkvekemans@yahoo.com. Kopieer en plak best de links naar de prenten hier in uw mail. Vergeet uw verzendadres niet te vermelden. Betalen kan via bankoverschrijving naar IBAN BE22 7340 2968 5847 op mijn naam of via Paypal op dirkvekemans@yahoo.com.
Annette, zo mooi en lief en net,
liep stiekem op het strand die nacht
en stouter nog, ze liep in zee en zag
dat aan haar blote voeten zomaar
voor het grijpen lag:
de maan! Ze bukte zich en schepte
in haar hand een stralend stukje zee
met felle schijn en kraters in.
ze hield het hoog en bracht het
dichter, dichter naar
haar rechtste oog. Ze hield haar adem in
en niets aan haar bewoog. zo keek ze
dieper, dieper in haar zee.
o jee, o jee: toen kwam
het water in haar oog
Als steun aan de Neue Kathedrale des erotischen Elends en mijn ‘afhankelijke’ schrijverij kan je het ‘afval’ van deze prenten kopen (de originelen): tenzij anders vermeld is dat aan afvalprijs ofte ‘Brolprijs’. Brolwordt verkocht per oppervlakte papier. De huidige Brolprijs is vastgelegd op €5 per A6 dus een A5=€10 , een A4=€20, een A3=€40.
Verzending is gratis vanaf een bestelling van €20 naar adressen in Nederland, Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg.
Bestellen via dirkvekemans@yahoo.com. Kopieer en plak best de links naar de prenten hier in uw mail. Vergeet uw verzendadres niet te vermelden. Betalen kan via bankoverschrijving naar IBAN BE22 7340 2968 5847 op mijn naam of via Paypal op dirkvekemans@yahoo.com.
Hij zag zijn kans deze zomer,
op het strand, nam vlug wat kiekjes
van wat er aan reëels vakantie had
genomen. Hij plakt en schrijft nu
traag de onderschriften:
‘Liesje draagt het water naar de zee’ ‘Frits die zich een schuilkuil graaft’ ‘Melanie die golven telt om Ludwig niet te zien’
De regels werden volle emmers,
woorden wirwar dat de beelden wist.
Hij droomt voldaan vannacht
en leeg van zand.
Als steun aan de Neue Kathedrale des erotischen Elends en mijn ‘afhankelijke’ schrijverij kan je het ‘afval’ van deze prenten kopen (de originelen): tenzij anders vermeld is dat aan afvalprijs ofte ‘Brolprijs’. Brolwordt verkocht per oppervlakte papier. De huidige Brolprijs is vastgelegd op €5 per A6 dus een A5=€10 , een A4=€20, een A3=€40.
Verzending is gratis vanaf een bestelling van €20 naar adressen in Nederland, Frankrijk, Duitsland, België en Luxemburg.
Bestellen via dirkvekemans@yahoo.com. Kopieer en plak best de links naar de prenten hier in uw mail. Vergeet uw verzendadres niet te vermelden. Betalen kan via bankoverschrijving naar IBAN BE22 7340 2968 5847 op mijn naam of via Paypal op dirkvekemans@yahoo.com.
jij zwarte ogenherderin, jij weidster
van verbijstering. sirenen
zingen bij de blauwe maan jouw naam en
het einde wacht met ongeduld op de herhaling
van het einde: jij,
een set bloederige keukenmessen, wij,
de lijven ik en zij.
wij horen de zon, gebrande wellust onder onze voeten,
versmacht toch, o nacht
dat ruisen vlug in vuilniszakken.
beschadigd beschadig ik mijzelf, plastic wappert het plastic, hond blaft de hond, maar niets heeft nog van zelf de overtuiging.
o schade,
jouw zwart kruipt dieper in mijn strepen rot.
ik snuif gedonder, solfer. in de diagnose
jammeren de jaarringen dat men dat ene jaar
dat het onze was te karig heeft omringd.
ik verwelkom onder de rampen de leesbaarheid van rupsenplagen: verdelging leest beter dan extinctie.
maar in mijn onmacht schittert slechts mijn onmacht, nacht,
mijn kracht verdraait er in, losse riemen kletsend op de wals.
al mijn liefde werd bij wet verboden. het rot
zinkt in mijn illegale woord,
het kruipt als roet in alle kelen,
door het ene breekt het vele :
het dorre van het droeve
priemt erdoor. ik voel nog bot, en enigszins bewegen,
maar heel dit lijf hangt bij jouw stilte waaiende op stok.
mijn rug scheurt, er
zitten barsten in mijn benen
en ook de stad vervaagt windstil. stank
schuift langzaam over daken, het licht wil er
wel sneeuwen, maar het komt maar niet. alle stralen
rotten immers ogenblikkelijk in mij.
nacht,
laat mij barsten in uw zwart
als overrijp gezwel
nacht,
zie mij, hoor mij,
hoe ik mij van mij
vertel, hoe ik in u
vervel.
afscheid is creatie van de tautoloog. scheidende
ga je af van een ons naar een ik met druipende
tussen de trilvingers regen uit het oog,
verloren parels van het onbegrijpelijke.
nagel de ramen toe met spaanderplaat.
koop de magazijnen leeg, stapel de suiker,
orden de bloem. vergeefs in stormen staan wij pal,
malloten met liefde bengelend aan onze wimpers. wij
verdrinken. het onze wil nog in het kokhalzen
op het dons van wier gaan zingen. vernietig londen maar,
breek rome af , sla plat parijs, haal de bodem
open van madrid tot reykjavik.
slijk schept slijk op vette lagen drift. er drijft een lijk
of duizend hier, voorbij de stad
die stil stond, daar, dat gat
waarin de mens met taal betrekking had.
ernst verstrengt de stem. er heerst onrust in de gebaren.
ze boeren beurs de walmen van verval. het groen
in de vingers is rot, zit vol met grijpsnot. het schone
bleek onzichtbaar zonder spiegel. je lacht, de angst
verschuift, je schuift gebreken af op overmacht.
kracht ontbreekt, de lach breekt verre stormen los,
gebouwen op de plannen raken kant noch wal. het zal.
je kan. kon. zich lavende aan leegte stapelt zich een steen
op een andere steen. het stenigen van de vrouw in jou.
het was maar kiezel dacht je dat je wierp, je keutelde.
een prop in het zwart dat je dieper wou. bloed op doek
verjongt de ziel. dat wiel radbraakt mij, braakt ongedierte.
zo zei je het: zie de supermarkt is open, het is volop dag. glij
verder en geniet. de vlinders dat ben jij, open je buik, snij.
de horden, als wespen
steken wij elkaar door plaatsgebrek. ons
vreet ons, het zelf is dood, zelfs de dood mist het. het
wordt steeds erger. samen hadden we een kans.
knars je tanden. bijt je lip, bloed, geef toe
dat elk ik naar ons nog snokt, dat verhaal was het zeil
waarmee wij de gewonde stad tot stad verbonden. bij nacht
dit zwarte gewapper in de wind.
we hadden beter gaas gebruikt zodat
de wormen.
versteend. wij zweren af, gooien heksen in het heksengraf. jij loopt straat na straat af op zoek naar mooie, nieuwe schoenen elke link op het scherm is klink op vele deuren, naar talloze gangen met op het einde vlees van mij in kaders lood en zink.
aan valsheid geen gebrek in de geschriften .
de dagen lengen niet bij winteruur. er is iets
niet. jij niest. leg je neer. verleg snel je ziel naar
onaangetaste plekken in je lijf. blijf jij. verstijf
desnoods, maar raak niet mij. doods als de armen
waarmee je mij inlijfde, zo zijn wij geworden,
met hun zwarte lijken rottend op het strand,
terwijl wij zonnen hadden kunnen zijn.
nosferatu. uit de toekomst stormt een zee
van afschuw op ons af. het zullen wij zijn die
het hebben gedaan. onderdanig buig ik
voor het lege van uw nijd, hoe behoeftig u de haat
belijdt. ik droom mij uit alsof ik branden kon, en
even geniet ik van de illusie dat ik nu tenminste –
maar uit is geen bestand, het vat slechts alles samen
als een misverstand. vergoelijkt typ ik mij online,
de letters ‘i,k’ branden door het scherm: waar zijn
dan die bladen van het ondergaande Avondland?
grafieken teken je, je liegt, bedriegt en staaft je leugens
met wat loze statistieken. je ouders betalen graag je huis
alsof er ster was, kind en stro. je strompelt schaap en
dronken soms het pad af van je tuin. er is geen buiten
aan de lege kamers van jouw eindeloze hier.
maar een weg is een weg, jouw autobaan. de auto’s
razen, spuwen, voeren export aan en bijten armen
van de fietsers af. de kindjes ook, hun longetjes.
alsof jij draagt met trots jouw retro aktetas. jij voert
geen daad maar plannen uit. jij bent consultant,
manager en barst spontaan in wartaal uit. ooit
was je vrouw, misschien, maar straks is er verlof
jij vliegt dan met manlief 2.0 naar verder hier
in tuig dat raast en spuwt, en buit
aldaar het bergen van je schulden uit.
het zijn moeilijke tijden want de tijd kent geen meervoud. vogels dwarrelen neer en wij geloven dan in speldenprikken hoe we in een voornaam enkelvoud het woord ‘zon’ bevestigen
in het kastje ‘omloop de zon’ en zeggen: “hier sla ik mijn zwarte vleugels uit”. of: “kom in mijn donker beven jij, zie haar in ogen die de onze waren”. kijk, R fladdert nog, laat er de liefde zijn.
“eclips”, verhaal je dan, “sonnet”, en roept inheems het onheil aan. de traan van klaarte die ik uit jou pulk smelt in snot en smeer, jij pekelt al het rot met geile schijnsels van volledigheid, heelal.
eenzaamheid die eeuwig onze zielen branden zal. het ene was het al, het andere wordt het nooit, enkel ik, jij en ook dat wordt maar niks. zie je zwijgen: o stilte, zegel van verval.
de herfst zat in de lente. we hebben het toevallig ontdekt: bloot in de borst, afvalligheid in het fatsoen, een scheut vodka bij het sap van niets en nergens.
wind in de scheurzeilen
erroll flyn daalt neer, de zelfbevlekking is gigantisch. je armen hou je in een handomdraai, je ogen duiken onder. de vijver spoelt de vijver weg. zweren moet je eren met wat nieuwe huid erop, herhaalvel spant het vel op:
‘ik hou van jou, sterven is een spel, je leert het wel’.
de slang van het verlangen kronkelt rond het verlangen en in het midden verhul je wat je zelf van jou niet weten mag, jouw droom is de tempel, tepel van je daden, een top heiligdom waar het ook lekker hol is, waar het om zichzelf lacht.
en nu het wintert, staat overal in ons de dood in volle bloei
de weerzin schimmelt om naar zin en weer is er een wankel zicht op tover van weleer. het vocht blauwt uit het rode ochtendgloren het violette nu gaat in een groter nu verloren.
ting tang tong verklankt de koper-zink legering zich. een grijze kompel snuift het grauw en spuwt het weer de koepelramen in van basilieken. waar wij verkeerden draait het licht nu weg uit ogen: geen gehoor gaart zich
daar de vogelzang, niet wiekt hoog de lust in lagen lust. zij nochtans heeft met mij ooit in de enterprise gekust. elle ronflait près de mon klingon rod – i rode a horse.
elle etait mon meilleur set de publi-bones, nouveau buste: dichterlijk behangen met zuiver geil van pastoors. ‘you sang my words and then you broke yours’.
zo ging er keer op keer een mooi sonnet aan ons voorbij.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.